Afscheid Gert de Bruin na 35 jaar vrijwillig brandweerman
GARDEREN – Gert de Bruin weet het nog precies: op vrijdag 1 juni 1979 meldde hij zich als jongen van 24 aan bij de vrijwillige brandweer. Binnenkort neemt hij afscheid als 59-jarige man; op zaterdag 31 mei hangt De Bruin zijn brandweerplunje aan de wilgen. Na 35 jaar is het genoeg geweest. ,,Mijn gevoel zegt dat ik er nu mee moet stoppen.”
Door Rick van Veluw
Gert de Bruin (59) is een bescheiden man. Hij kiest zijn woorden zorgvuldig en is vooral heel dankbaar dat hij al die tijd bij het korps in Garderen actief mocht zijn. Tijdens het gesprek in de ontmoetingsruimte van de Garderense brandweer wordt duidelijk dat De Bruin een hele belangrijke rol heeft vervuld binnen het korps: hij deed jarenlang mee aan wedstrijden, diende geruime tijd als commandant, trad af en toe als chauffeur op en dan zat De Bruin ook nog eens in het bedrijfsopvangteam. En jury lid bij brandweerwedstrijden van het ABWC; even daargelaten dat hij – ook op zijn 59ste – nog steeds bevelvoerder is. Een mooie staat van dienst, waar na een periode van vijfendertig jaar nu een einde aan komt. ,,Ik wil plaatsmaken voor de jeugd,” legt De Bruin de reden tot zijn vertrek toe. ,,We hebben bij dit korps een lijst met enthousiaste jongeren die bij de brandweer willen en die wil ik niet in de weg staan. Na 35 jaar is het goed zo.” Mjn opa was vroeger ook lid bij de brandweer. Toen ik als zelfstandig ondernemer begon , heb ik mij aangemeld bij de brandweer op aanraden van ouwe Bartus de Ruiter die ook lid van de brandweer was. ,,Hij zei tegen me: dat is echt iets voor jou. En dat is ook zo. Ik vind het mooi om mensen te helpen. Daarnaast trok het avontuur me ook. Bij de brandweer doe je altijd weer iets anders. En het gaat allemaal fanatiek hé: wie is er bij een noodsituatie als eerste bij de kazerne?”
In die periode van vijfendertig jaar was De Bruin onder andere commandant. Daar is hij enkele jaren geleden mee gestopt, om netjes af te bouwen. ,,Ik kwam hier als jonge jongen en heb intussen van alles gedaan. Het is mooi om langzaam naar een einde toe te werken. Je krijgt er elke keer wat meer vrije tijd bij. Als commandant ben je verantwoordelijk voor zoveel verschillende dingen: onderhoud van de kazerne en het materieel, het herhalen van cursussen, oefeningen en ga zo maar door.” Onderdeel van dat materieel is onder andere een speciale bluswagen. Iedere brandweerkazerne heeft zo zijn specialiteit en voor de kazerne in Garderen is dat natuurbrandbestrijding. De Bruin – voor het maken van de foto is hij de kazerne ingelopen - laat maar wat graag de speciale bluswagen zien. ,,Kijk,” zegt hij terwijl hij de cabine in klimt. ,,Hier boven kun je een slang aansluiten zodat je van bovenaf kunt blussen. Handig bij branden in bomen of als je de grond om de wagen wilt blussen. Ook zitten er sproeiers bij de voorbumper om al rijdend te kunnen blussen. Daarnaast heeft deze wagen extra dikke banden en vierwielaandrijving, want je kan in de natuur zomaar vast komen te zitten. Deze bluswagen is geknipt voor natuurbrandbestrijding.” Eenmaal terug in het brandweerhonk, vertelt De Bruin over de natuurbranden die de meeste indruk op hem hebben gemaakt. ,,In 1995 – volgens mij was het 17 augustus – woedde er een grote brand bij Kootwijk. Die brand stook zo de A1 over, richting Rabbit Hill, bij die picknickplaats. Ik weet het nog goed: het was drie uur ’s middags en het was pikkedonker. Het leek wel nacht. We hadden twee dagen nodig om de brand onder controle te krijgen en hebben daarna nog een week nageblust.” Onlangs rukte het korps uit Garderen uit voor de heidebrand in natuurpark de Hoge Veluwe. Volgens De Bruin valt de schade daar gelukkig mee. ,,De brand is daar over de heide gewaaid. Op veel plekken is alleen het buntgras aan de oppervlakte beschadigd, het is niet veel dieper gegaan. Inmiddels groeit daar weer van alles.”
Naast natuurbranden rukt de brandweer ook gewoon uit voor normale branden en ongelukken. Helaas heeft De Bruin in die vijfendertig jaar ook hele vervelende momenten meegemaakt. ,,Dan kom je bij een auto-ongeluk en ligt er een onherkenbaar lichaam naast de auto. In het rijbewijs zie je dat het een jonge vrouw is, een plaatsgenoot. Dat zijn verschrikkelijke dingen. Gelukkig kon en kan ik daar altijd met mijn vrouw over praten. Als ik iets naars heb meegemaakt biedt zij een luisterend oor.” De Bruin heeft ook een dergelijke rol bij het korps: hij zit in het bedrijfsopvangteam. ,,Als collega’s nare ervaringen hebben kunnen ze bij ons terecht. Wij luisteren naar ze en proberen ze te helpen. De één kan daar beter mee omgaan dan de ander.”
De Bruin voelt zich als een vis in het water bij het korps in Garderen. De saamhorigheid is groot, zo vertelt hij. ,,We organiseren veel uitjes en na een oefening gaan we altijd hier zitten om nog wat te drinken. Het is een heel gezellig en fanatiek korps. De banden onderling zijn sterk. We proberen onze partners zoveel mogelijk bij het korps te betrekken. Voor hen is het ook niet altijd makkelijk: hun man kan zomaar opgepiept worden, dag en nacht. Daarom zijn de echtgenotes er altijd bij tijdens activiteiten.” Die gezelligheid zal De Bruin gaan missen. ,,Ik vond het een moeilijke beslissing om te stoppen. Mijn gevoel zegt dat het goed is, mijn hart vindt het nog wel leuk om door te gaan. Maar ja, dit is beter. Ik houd wat meer tijd over en ook voor mijn gezin is het prettig. Ik doe hiernaast veel kerkenwerk en daar kan ik me dus ook wat meer op gaan richten.” De Bruin is dankbaar voor zijn tijd bij de brandweer en herkent daarin Gods Hand. ,,Hij gaf me gaven en talenten die ik hier heb kunnen gebruiken. Dat heb ik vijfendertig jaar lang mogen doen en dat is heel mooi.”
Zaterdag 31 mei is de afscheidsreceptie, maar dat is zeker niet de laatste keer dat De Bruin voet zet in het brandweerhonk aan de Oud Milligenseweg. ,,Ik zal hier nog wel eens binnenwippen, na een oefenavond of zo. Daarvoor vind het veel te gezellig. Met de jongens van het korps maak je mooie en nare dingen mee, de band is heel sterk. Ze hoeven niet bang te zijn dat ze me hier niet meer zullen zien.”